Een eeuw eclectisch verzamelen: De kunst collectie van Wilma en Max Schuhmacher ter veiling

Het gebeurt niet vaak dat een kunst collectie Etnografica van Afrika, Indonesië, Nieuw Ierland tot Pre Colombiaanse objecten, 19e -eeuwse schilderkunst, wit Delfts aardwerk, Perzisch aardewerk, bodemvondsten, tegels, majolica en archeologie omvat. De collectie van Wilma en Max Schuhmacher, van het gelijknamige antiquariaat op de Geldersekade is uniek in zijn complexiteit en intellectuele diepte. Veilinggebouw de Zwaan is trots aangewezen te zijn door de erven van de onlangs overleden Wilma Schuhmacher deze bijzondere verzameling aan nieuwe verzamelaars te mogen verkopen.

Wilma Schuhmacher (1927-2025), dochter van de ‘meester van het grijs’ de kunstenaar Wim Schuhmacher en Dorothee Parrée, onderwijzeres op het Berlage in Amsterdam, begon in 1953 te werken in het antiquariaat van haar half broer Max. Door ziekte van haar moeder moest ze haar opleiding tot arts onderbreken. Ze wilde arts worden om daarna in het buitenland te gaan werken – ‘in landen als India maakt 1 persoon dan echt het verschil’.

foto: stadsarchief Amsterdam

Wilma had een sterk gevoel over recht en onrecht. Thuis werd tijdens de oorlog boeken en antiek van Joden in de kruipruimte bewaard. De oude kunsthandelaar Jack Vecht dook eronder, de kunstenaar Melle, actief in het verzet, ‘bewaarde’ er bonboekjes en kwam af en toe een paar dagen schuilen. In deze veiling is onder lotnummer 8038 de kist opgenomen die Jack de familie na afloop van de oorlog schonk als ook enkele werken van de kunstenaar Melle. Bijzondere vermelding voor de secretaire met een kunstwerk van Melle in het binnenwerk (lotnummer 8041).

Zelf ging Wilma als 17jarige ook in het verzet. Ze was koerierster, o.a. stenguns en bonkaarten. ‘Als je niets doet, ben je schuldig’ was haar opvatting.

Van ‘Oom Jack’ leerde Wilma ‘met haar vingers te kijken’. Hij had een grote verzameling Noord-Nederlandse majolica en bekeek met haar de scherven, de luster, het handwerk. Zelf ontwikkelde Wilma een bijzondere voorliefde voor wit Delfts aardewerk. ‘lobben zijn eigenlijk mooier dan plooischotels’ was haar mening. En ook: ‘…ik vind gebruiksgoed het leukste. Het is niet gemaakt om mooi te zijn, heeft geen pretenties, geen toeters en bellen.’ (uit Vind nr 40 – Goed Verzameld, Fleur Poots). Ook in het Perzisch aardewerk herken je Wilma’s onderzoekende oog en wetende vingers, de collectie is duidelijk met liefde én kennis samengesteld.

Het verzamelen van etnografica en precolombiaanse artefacten begon bij vader Wim Schuhmacher. Hij exposeerde in de jaren ’30 regelmatig bij zijn kunsthandelaar Carel van Lier op het Rokin samen met kunstenaars als Raoul Hynckes, Charley Toorop, Edgar Fernhout, Dick Ket en Carel Willink. Van Lier was in die jaren pionier op het gebied van etnografica, hij organiseerde in 1927 als eerste in Nederland in het Stedelijk Museum een tentoonstelling hierover. Wilma vertelde dat veel van de Precolumbiaanse objecten uit de collectie van haar vader zijn, aangevuld met haar eigen aankopen bij o.a. de oude galerie Lemaire in de Leidsestraat.

Bijzonder vermelding is nodig voor het pronkstuk van deze collectie, het horizontale graf sculptuur uit New Ireland, Malagan. Niet alleen is de herkomst bijzonder – reeds afgebeeld op foto’s in het atelier van Wim Schuhmacher en met een herkomst nummer van Carel van Lier – maar zeker ook de krachtige uitstraling, diepe snijwerk en goed bewaarde pigmenten vallen op. (lotnummer 5604)

Rest uiteraard de collectie schilderijen. Want die ontbreken zeker niet. Mooie werken van Jan Toorop, Anton Mauve, Jacob Maris en uiteraard Wim Schuhmacher zelf. De donkere atelierstukken van Suze Robertson (1855-1922) verdienen een zaklamp en nadere bestudering op de kijkdagen. Na schoonmaak zullen deze topstukken al hun schatten laten zien.

Met het overlijden van Wilma begin dit jaar sluit nu definitief het beroemde antiquariaat op de Geldersekade. Sinds de jaren 50 specialiseerden Max en Wilma zich in Nederlandse literatuur. Max kocht in en Wilma maakte de wetenschappelijke bestandscatalogi. Niemand had een kennis zoals zij over bandvarianten, drukken, uitgaven. Niemand speelde een zo grote rol in de kennis van de uitgaven van de Nederlandse literatuur als Wilma en Max. Gelukkig gaan de boeken deels naar de Ritman bibliotheek in het huis met de hoofden en het archief naar de collectie van Universiteits bibliotheek van de UVA. In de woorden van Wilma: ‘uiteindelijk zijn wij hier om de kunst te beschermen en te behouden’. (Vind, nr 40).

‘Dit is het definitieve afscheid van een monument in leven’ zei iemand bij de begrafenis. En een nieuw begin voor deze collectie bij andere verzamelaars.