Diverse bijzondere snuifdozen

Rond het midden van de zestiende eeuw is het de Franse diplomaat en ambassadeur Jean Nicot (jawel, van nicotine!) die de tabak naar Frankrijk bracht, en met succes. Koningin Catharina de Medici was een van de bekendste tabaksgebruikers van haar tijd. Niet als genotsmiddel, maar als medicijn tegen haar migraine. Snuiftabak is door haar gebruik lange tijd aangeduid met de term ‘poudre de la reine’.

Door het gebruik van de snuiftabak aan het Franse hof, deed het middel langzaam zijn opmars over de rest van Europa. Vaak gemengd met allerlei geurige kruiden wordt snuiftabak rond 1700 gezien als het meest elegante genotsmiddel denkbaar. En bij dit gebruik hoorde een nieuwe sociale etiquette. Van de gebruiker werd verwacht dat hij tenminste één snuifdoos of (op zijn Frans) tabatière, in zijn bezit had, het liefst meerdere, passend bij de garderobe en het seizoen en hij de naleving van de etiquette rondom het gebruik van de snuiftabak kende. Deze etiquette luisterde nauw: Eerst werd de snuifdoos met de linkerhand vastgepakt. Vervolgens werd er één keer op het doosje getikt, werd het geopend en aan het gezelschap gepresenteerd. Daaropvolgend tikte men op de zijkant en werd de tabak met de rechterhand uit het blik gepakt. Na het enige tijd in de vingers te hebben gehouden werd de tabak naar de neus gebracht om het zonder enige grimas te kunnen opsnuiven, waarna het doosje weer werd gesloten.





Het centrum van de productie van deze nieuwe snuifdozen lag in Frankrijk waar ze al vlug symbool werden van luxe en smaak. Daarnaast werden ze tegelijkertijd een geliefd geschenk en verzamelobject. De bekendste snuifdozenverzameling is waarschijnlijk die van de Pruisische koning Frederik II die er honderden in zijn bezit had. Eén ervan redde zelfs zijn leven. Tijdens de Slag bij Kunersdorf op 12 augustus 1759, tijdens de Zevenjarige Oorlog werd Frederik geraakt door een kogel, of liever gezegd, werd zijn snuifdoos geraakt door een kogel waardoor hij dit voorval overleefde.
Het mag dus gezegd worden dat de snuifdoos vanaf de achttiende een zeer geliefd kleinood is geweest met exemplaren in een verscheidenheid aan materialen. Porselein, zilver, hoorn, koper, ivoor of goud, niets is te gek bij deze 18e -eeuwse must have.
Tegenwoordig zijn snuifdozen nog steeds een gewild verzamelobject waarin het topsegment is gereserveerd voor de gouden exemplaren, veelal rijkelijk voorzien van email en / of edelstenen. Wij bieden deze veiling een heel aantal bijzonder snuifdozen aan, afkomstig uit diverse particuliere collecties. Hoogtepunten zijn: lotnummer 1937; een schildpad snuifdoos met portretten van Rousseau en Voltaire, lotnummer 2033; een zilveren snuifdoos met mythologische voorstelling met Neptunus, lotnummer 1938; een zilveren met gesneden ebbenhouten snuifdoos van de hand van de Amsterdamse zilversmid Jacobus Das, lotnummers 2034 en 2036; twee gouden geëmailleerde snuifdozen met voorstellingen van Dido & Aeneas en het schilderij ‘Les premiers pas’ van Marguerite Gerard, lotnummer 2035; een gouden snuifdoos met geëmailleerde voorstelling van de slag om Otsjakiv in 1737 en als laatste, lotnummer 2037, een gouden snuifdoos met miniatuurportret van een Pruisisch officier, bezet met diamanten.


