Klassieke en vroegmoderne schilderijen, tekeningen en grafiek
Enkele van de vooruitstrevende Nederlandse kunstenaars rond 1900 waren Jan Toorop, Suze Robertson en Floris Verster. Alle drie waren belangrijke schakels in de overgang van traditionele naar moderne kunst in Nederland rond het fin de siècle (eind 19e – begin 20e eeuw). Ze braken met de academische kunst en zochten naar nieuwe vormen van expressie. Van hun hand bieden wij een viertal werken aan.



Lizzy Ansingh (1875–1959) was een belangrijke Nederlandse kunstenares, vooral bekend om haar portretten, stillevens en schilderijen van poppen. Ze was een prominent lid van de Amsterdamse Joffers, een groep vrouwelijke kunstenaars die een belangrijke rol speelden in de ontwikkeling van het impressionisme in Nederland. Ansingh wordt gewaardeerd om haar verfijnde techniek en haar vermogen om emotie en karakter vast te leggen, vooral in haar portretten en in de intieme, dromerige scènes met poppen. Haar werk heeft bijgedragen aan het versterken van de positie van vrouwelijke kunstenaars in een tijd waarin kunst vaak werd gedomineerd door mannen (lotnummers 6479, 6482 en 6460).



Raoul Hynckes (1893–1987) was een Belgische schilder die vooral bekend stond om zijn werk binnen het surrealisme en symbolisme. Hij wordt vaak geprezen voor zijn vermogen om droomachtige, mysterieuze scènes te creëren, waarbij hij zowel de klassieke als de moderne kunsttradities mengde. Zijn werk, dat vaak intrigerende en poëtische beelden bevatte, had invloed op de surrealistische beweging in België en daarbuiten (lotnummers 6485, 6512).

